14 juli 2021

Interview

OBS ’t Lange in Gastel, een klein maar krachtig team, is Klassewerkplek 2021!

Basisschool ’t Lange in Gastel is met 71 leerlingen een kleine school. Daarom werken ze met combinatiegroepen. Behoorlijk intensief voor de leerkrachten maar juist omdat het een klein team is, kent en helpt iedereen elkaar. Daarom beoordeelden de medewerkers ’t Lange als een fijne werkplek. Ook Stijn Kuipers, schoolleider sinds januari, voelde zich direct welkom in dit team. In een interview vertelt hij ons waarom zij een Klassewerkplek zijn.

Hi Stijn, gefeliciteerd met de benoeming tot Klassewerkplek.

Ja, dank je wel. Ik heb ook mijn voorganger hiervoor gefeliciteerd. De enquête van Klassewerkplek is namelijk van februari en ik werk hier sinds januari , dus ik weet niet wat mijn impact is geweest. Ik was verrast door de eretitel maar ook weer niet over hoe ze het hebben ingevuld, want het is een klein team dat hecht samenwerkt. Dat noemt iedereen ook als reden waarom we Klassewerkplek zijn geworden. Als er ergens hulp nodig is, dan springt iedereen bij. We doen het met elkaar en zijn er voor elkaar. Niet alleen als leerkracht, maar ook als mens.

Informele gesprekken en humor zijn belangrijk.

Daardoor voelt iedereen zich veilig en vertrouwd hier en durven ze makkelijk met elkaar te delen. Ik voelde me zelf ook al snel welkom, ondanks de rare start met de lockdown.

We hadden onlangs een vacature. Daarin hadden we ook genoemd dat we Klassewerkplek zijn en dat noemen sollicitanten als pré in hun sollicitatiebrieven. Leuk om terug te zien.

Wat viel jullie op in het rapport?

Eigenlijk was het rapport vooral een bevestiging. De goede punten maar ook de verbeterpunten, zoals de lesmethodes, die niet bijdragen aan de impact van de leerkrachten. Dat was ook een van de eerste punten die we hebben opgepakt. De oude methode vereiste veel voorbereiding van de leerkracht. Dat is lastig met combinatiegroepen van drie jaren.

Om te kijken met welke methode we willen werken, zijn we eerst teruggegaan naar onze visie: “Wat willen we nu echt? Hoe gaan we ons onderwijs inrichten?”. Gezamenlijk zijn we een traject aangegaan om een methode te kiezen die beter past bij ons huidige onderwijs. Omdat het bestuur ons met extra formatie ondersteunt en het aantal leerlingen iets is gegroeid, kunnen we volgend jaar combinatiegroepen maken van twee jaargangen. Zo kunnen we de kinderen meer op niveau bedienen. Dat is dan ook onze visie: kijken waar de leerling behoefte aan heeft en hem of haar op dat niveau bedienen.

Behalve de collegialiteit, viel ook de hoge score op ‘Mijn schoolleider is er voor mij’ op.

Ja, misschien gaat dat over mijn voorganger, misschien ook over mij. Ik heb het aan het team gevraagd en wat zij teruggaven over mij is dat mijn deur altijd openstaat. Iedereen mag bij mij binnenlopen. Dat deed ik al als leerkracht en als directeur wil ik dat ook.

Je hoeft bij mij geen afspraak in te plannen.

Dat geldt voor leerkrachten, ouders en leerlingen. Die kennen mij gewoon als meester Stijn.

Je hebt eerder gewerkt als leerkracht op een grote school. Wat valt jou op bij ’t Lange?

Er wordt hecht samengewerkt. Er zijn geen eilandjes omdat het zo’n klein team is. We zijn met 9 leerkrachten. Ook de taakverdeling is geen probleem. Iedereen doet gewoon wat hij leuk vindt en niemand maakt er een punt van hoeveel uur hij of zij al aan iets heeft besteed. We doen het met zijn allen. Dat moet ook wel want als één iemand verzaakt, dan heeft de rest daar last van.

De lijnen zijn kort met een klein team. Praktische zaken kunnen we makkelijk even overleggen met een kop koffie na school. Daar zijn geen aparte vergaderingen voor nodig. Voor vakinhoudelijke zaken hebben we wel overleg omdat je daarvoor dingen moet vastleggen.

Wat vind jij belangrijk als schoolleider?

Wat ik als leerkracht fijn vond, probeer ik nu ook als schoolleider uit te dragen. Zo hadden we bijvoorbeeld bij een studiedag 9.00 uur als starttijd. Dat hanteer ik nu ook. Dan kun je als leerkracht ook je eigen kind eens naar school brengen. En ook de lunch wordt verzorgd op zo’n dag, zodat je zelf geen brood hoeft te smeren ’s ochtends. Ik merk wel dat dat soort kleine zaken gewaardeerd worden.

Daarnaast is goed overleg natuurlijk belangrijk en zorgen dat alles behapbaar blijft voor iedereen. Volgend jaar willen we ons bijvoorbeeld vakinhoudelijk verder ontwikkelen. Elke leerkracht kan dan één dag per maand aanspraak op mij maken. Ik neem dan de klas over zodat zij tijdens schooltijd kunnen werken aan hun specialisme. Als leerkracht had ik ook extra taken naast het lesgeven dus ik weet hoe zwaar het is. Daarom wil ik dat ze dit niet alleen maar na lestijd hoeven doen.

Ik vind het ook belangrijk dat ze zelf hun rol daarin pakken. Niet dat het van bovenaf wordt opgelegd.

Hoe ze die invullen en zich ontwikkelen in hun specialisme, dat moeten ze vooral doen op de manier die bij hen past. Ze willen zelf ook dat het slaagt dus ik vertrouw erop dat ze dat wel goed doen. We spreken een paar ijkpunten af, maar verder ben ik vooral faciliterend en stuur op de output.

Hoe ondersteunt de stichting je?

We hebben regelmatig overleg met de scholen vlakbij en ik kan altijd de directeuren bellen als er iets is. Ook de samenwerking met de clusterdirecteur is heel prettig. Die heeft me heel goed begeleid als startende schoolleider.

Je krijgt van de stichting veel autonomie in je beslissingen. Als je maar laat zien dat je erover hebt nagedacht. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor de NPO-gelden, mits je maar een goed plan hebt en regelmatig evalueert. Op die manier ben je toch een beetje aan het ondernemen voor je eigen school. Dat maakt het wel heel leuk. Het wordt niet opgelegd.

Wat zou jij andere schoolleiders aanraden?

Stel jezelf de vraag: wat zou ik daar als leerkracht van vinden en wat zou ik als leerkracht nodig hebben? Daar denk ik altijd aan als schoolleider.