23 mei 2022
InterviewAandacht voor de mens maakt OBS Uilenspiegel in Boekel een Klassewerkplek!
OBS Uilenspiegel, een naam die verwijst naar een ondeugend mannetje. In een gesprek met schoolleider Erny van Leusden blijkt dat die naam wel past. Deze school kleurt niet overal binnen de lijntjes. Misschien maakt dat het juist wel zo’n fijne werkplek. Of is het de aandacht voor de mens of de gemeenschappelijke visie? We vragen Erny in een interview wat zij anders doen dan andere scholen.
Tot februari dit jaar was Erny directeur van zowel basisschool ’t Ravelijn in Ravenstein als OBS Uilenspiegel in Boekel. Daardoor vond hij dat hij het team niet altijd de aandacht kon geven die hij wilde. En dus koos hij ervoor fulltime voor Uilenspiegel te werken. Want als je, zoals OBS Uilenspiegel zelf, ervaringsgericht onderwijs (EGO) geeft, waarbij het welbevinden en de betrokkenheid van kinderen centraal staat, dan geldt dat uiteraard ook voor het team. In deze filosofie haal je de beste resultaten als een kind lekker in zijn vel zit en betrokken is bij het leren. “Dat komt niet vanzelf. De leerkrachten stoppen hun ziel en zaligheid erin om dit te bereiken. Maar ze zien dat het werkt en dat leidt tot welbevinden en betrokkenheid bij het team. Daarom is Uilenspiegel een Klassewerkplek.”, vertelt Erny.
De rol van de schoolleider is eveneens essentieel voor het welbevinden van de leerkrachten, blijkt uit het Klassewerkplek-onderzoek. Erny zag zichzelf nooit als directeur omdat hij geen bazig type is. Toevallig rolde hij hierin vanuit een IB-functie en nu blijkt dat hij helemaal in zijn kracht staat. “Je moet vooral directeur zijn op een manier die passend is bij jouw persoonlijkheid. Het belangrijkste is dat je authentiek bent.
Je hoeft niet bazig te zijn om een goede schoolleider te zijn.
Als schoolleider ben ik vooral faciliterend en geef zoveel mogelijk autonomie aan het team om hen te laten doen waar ze goed in zijn. Wel bepalen we samen welke kant we opgaan. We hebben verschillende projectgroepen die ieder een deel van de verantwoordelijkheden op zich nemen en verder vormgeven. Zo creëren we betrokkenheid bij iedereen, want die betrokkenheid uit onze missie geldt natuurlijk ook voor het team, niet alleen voor de kinderen.
Mijn rol als schoolleider is onze visie te bewaken én te zorgen dat we alles volgens de juiste procedures doen. Autonomie is goed maar we moeten wel allemaal dezelfde methodiek volgen. Want ook borging is belangrijk. In het onderwijs hebben we nog wel eens de neiging om 26 dingen tegelijk op te pakken en als er 5 zaken voor 40% in de steigers staan, alweer door te gaan naar het volgende.”
Het krachtige team, de bevlogenheid van de leraren en het EGO-concept trekt sollicitanten aan. OBS Uilenspiegel krijgt dan ook veel reacties op vacatures en heeft tot nu toe weinig last van het lerarentekort. Op de vraag of hij tips heeft voor andere scholen om leerkrachten aan te trekken, zegt Erny: “Zorg ervoor dat je alles vanuit je visie en missie doet. En laat dat in de praktijk ook echt zichtbaar zijn.”
Dat klinkt als een voorbeeldige school maar in het begin moest Erny nog wel eens vechten binnen de stichting om te mogen doen wat ze wilden. Uilenspiegel deed zijn naam eer aan door rebels te zijn. Hij moest zich verantwoorden voor waar ze voor stonden: niet focussen op resultaten maar op proces en de kinderen op een goede manier afleveren aan de maatschappij. Inmiddels is hier meer ruimte voor en ook de stichting SAAM zelf geldt als rebelser dan ander schoolstichtingen. Zo is de school bijvoorbeeld met de onderwijsinspectie de discussie aangegaan over het anti-pestprotocol, omdat dit een reactieve werkwijze is, terwijl Uilenspiegel juist graag proactief/preventief wil werken. In hun visie moet alle kinderen met plezier naar school gaan. Gezamenlijk zijn ze verantwoordelijk dat iedereen gelukkig is op school.
Ook voor het monitoren van sociale veiligheid en de ontwikkeling van kinderen hanteren ze een andere methode, waarvan de inspectie zelfs vond dat andere scholen hiervan kunnen leren. “We houden ons niet altijd aan de regeltjes maar we geven wel heel duidelijk aan waarom we dat niet doen en wat we dan wel doen. We zijn niet rebels om het rebels zijn, maar omdat we denken dat het ook op onze manier kan.”, licht Erny toe.
Kijk naar het kind achter het gedrag.
Erny gunt elke school een procesgerichte aanpak: “Kijk niet vanuit de leerstof maar vanuit het kind en wat hij of zij nodig heeft van jouw school of leraar om te maximale ontplooiing te komen. En kijk vooral naar het kind achter het gedrag. Zeker bij buitensporig gedrag focussen veel scholen op het gedrag, maar wees bereid om te kijken wat daarachter zit. Als je dat kan keren, dan gaan kinderen met plezier naar school. Dat gun ik elke school: dat kinderen met plezier naar school gaan.”